Zet zet pee

Mijn grootvaders aan beiden zijden hadden een eigen zaak. De een was fotograaf, de ander had een winkel in kantoorapparatuur. Je zou kunnen zeggen dat ondernemen in mijn dna zit, maar dat is volgens mij flauwekul.

Ook mijn vader heeft het grootste deel van zijn werkzame leven een eigen bedrijf gehad. En eigenlijk moet ik zeggen: dat heeft hij nog steeds. Want zelfs al wordt hij volgende week alweer 74 (ik moest het drie keer narekenen, maar het is echt waar) hij is nog steeds aan het werk. En niet iets dat je vanuit je comfortabele stoel achter je toetsenbord kunt doen, nee, hij installeert deze week centrale verwarming op een woonschip in Amsterdam. Met pensioen gaan is niet zo vanzelfsprekend als ondernemer, denk ik. Zeker als je van je werk houdt.

Ik heb altijd een voorbeeld genomen aan mijn vaders werkhouding. Hard werken, goed werk leveren, niet zeuren, doen wat gedaan moet worden. Maar dat kan ook prima voor een baas, vond ik. Want mijn vader heeft het bestaan als ondernemer nooit geidealiseerd. Het is veel werk, je hebt weinig zekerheid en “elke klant is je baas.” En er waren slechte ‘bazen’ bij. Dat maakte mijn beeld van het zelfstandigenbestaan niet rooskleuriger.

Als je naar mijn cv kijkt zie je vooral een hele loyale werknemer. Ik heb tien jaar bij Technische Unie gewerkt, en elf jaar bij De Volkskrant. Naast mijn werk bij de Volkskrant deed ik wel eens iets freelance, maar dat was vooral wanneer ik gevraagd werd voor een klus waarvoor een factuur nodig was. Ik had niet de ambitie om fulltime ondernemer te zijn.

Toch werd het me aan de lopende band geadviseerd. “Je zou voor je zelf moeten beginnen, je denkt echt als een ondernemer” zei men bijvoorbeeld. Of: “Je moet voor jezelf beginnen, dan doe je gewoon je werk en hoef je je niet te ergeren aan de koers van het management”. Ik dacht dat dat vooral een vriendelijke manier was om te zeggen dat ik vreselijk eigenwijs ben.

“Je lijkt me heel geschikt om te freelancen” zei ook mijn werkcoach van het UWV. En hem geloofde ik natuurlijk helemaal niet, want die wilde me duidelijk gewoon doorschuiven naar een ander loket. Het was middenin de eerste lockdown en vrijwel alle vacatures waar ik op solliciteerde werden weer ingetrokken omdat bedrijven de hand op de knip wilden houden of het inwerken op afstand niet zagen zitten. Ik kon het UWV maar beter te vriend houden zolang ik zelf geen beter plan had, dus ik beloofde erover na te denken.

Mijn eigen tijd indelen, niet meer in de file staan, gevarieerd werk bij verschillende klanten: ik zag de voordelen heus wel. Maar mijn gedachten liepen telkens dood op acquisitie. Als introvert is leuren met jezelf niet iets waar je gelukkig van wordt. Verrassend genoeg haatte ik mijn sollicitatieplicht uiteindelijk erger. Want ik blijk niet in staat om een goede motivatiebrief te schrijven als ik niet gemotiveerd ben voor de baan, en ik wil geen flutbrief insturen aangezien schrijven mijn vak is. Liegen dat ik gesolliciteerd heb lukt me trouwens ook niet. (Dat is serieus wat 9 van de 10 mensen mij adviseerden. Ik heb nieuwe vrienden nodig, I know).

Maar toen de knop eenmaal om was, schreef ik in twee dagen een ondernemingsplan, en werkte ik drie dagen later aan mijn eerste klus. Is het gek dat ik me er nu al op verheug om dit op mijn 74ste nog te doen?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


negen − 7 =